Sluipwespen: de natuurlijke vijand van de vlieg.

Biologische vliegenbeheersing in droge mest of stromest

Viegen onder controle zonder chemie. Waarom niet?

Er zijn veel redenen om overlast van plaagvliegen op een veehouderijbedrijf te voorkomen. Denk hierbij aan stress, irritatie, productieverlies en het overbrengen van ziektes. Uiteraard zijn er aanvullende redenen om dit op een biologisch verantwoorde manier uit te voeren:

  • Effectief
  • Geen resistentie
  • Duurzaam: 100% biologisch
  • Ongevaarlijk en geen overlast voor dier en mens
  • Strenge(re) regels bij het gebruik van chemische middelen

De sluipwesp

De sluipwesp (Muscidifurax raptorellus) is een natuurlijke vijand van de plaagvlieg. Een sluipwesp boort een gaatje in de pop van de plaagvlieg, voedt zich hiervan en legt vervolgens daar de eitjes. De eitjes komen uit als maden en eten de vliegenpop van binnenuit op om zich vervolgens te verpoppen. Na verloop van tijd komen er meerdere nieuwe sluipwespen uit de vliegenpop. De sluipwesp is ±2 mm lang en niet tot last voor mens en vee. Resistentie is niet mogelijk.

Toepassing:

  • Bij voorkeur direct uitstrooien na ontvangst
  • Waar?
  • langs randen van strohokken
  • droge plekken
  • niet belopen door vee

De a.s sluipwespen komen na ongeveer een week uit de pop. Vervolgens gaat de sluipwesp op zoek naar poppen van de stalvliegen. Er wordt een gat in de pop geboord, voedt zich hiervan en legt vervolgens eitjes in de pop. De sluipwesp heeft een actieradius van ongeveer 5 meter.

Inzetprotocol*:

  • Elke 4 weken tijdens het vliegenseizoen (maart – september).

* Het is belangrijk om de populatie sluipwespen op tijd op een acceptabel niveau te hebben én te houden. Bespreek het inzetschema met uw leverancier en houdt u aan het geadviseerde schema voor een optimaal resultaatAan dit inzetschema kunnen geen rechten worden ontleend.

Aanvullende maatregelen:

  • Verwijder voer-, melk- en mestresten minimaal 1x per week
  • Verwijder mogelijke broedplaatsen voor stalvliegen
  • Bij eventueel aanwezige drijfmest (onder roostervloeren) wordt tevens de inzet van roofvliegen geadviseerd

 Levering

  • Vooraf besproken en vastgelegde, periodieke leveringen rechtstreeks vanaf de producent naar de veehouder.
  • Veehouder ontvangt track & trace code van de vervoerder en moet voor ontvangst tekenen.
  • Vaste afleverdagen: woensdag of donderdag.
  • Wijziging in levering? Uitsluitend schriftelijk minimaal 14 dagen voorafgaand aan verwachte levering

 Opslag:

  • Maximaal 2 dagen
  • Temperatuur: 4-8oC
  • In donkere ruimte

Sluipwespen M: 15.000:
voldoende voor 50 strekkende meter of

  • 20 koeien
  • 30 schapen/geiten
  • 10 paarden
  • 4000 kippen
  • 30 varkens op stro

Sluipwespen L: 75.000:
voldoende voor 250 strekkende meter of

  • 100 koeien
  • 150 schapen/geiten
  • 50 paarden
  • 20.000 kippen
  • 150 varkens op stro

 

Sluipwespen XL: 150.000
voldoende voor 500 strekkende meter of

  • 200 koeien
  • 300 schapen/geiten
  • 100paarden
  • 40.000 kippen
  • 300 varkens op stro

Roofvliegen: de natuurlijke madendood

Biologische vliegenbeheersing in drijfmest

Viegen onder controle zonder chemie

Er zijn veel redenen om overlast van plaagvliegen op een veehouderijbedrijf te voorkomen. Denk hierbij aan stress, irritatie, productieverlies en het overbrengen van ziektes. Uiteraard zijn er aanvullende redenen om dit op een biologisch verantwoorde manier uit te voeren:

  • Effectief
  • Geen resistentie
  • Duurzaam: 100% biologisch
  • Ongevaarlijk en geen overlast voor dier en mens
  • Strenge(re) regels bij het gebruik van chemische middelen

De a.s roofvlieg

De a.s roofvliegen worden gekweekt in een steriele omgeving en zijn daardoor vrij van ziektekiemen.

De volwassen roofvlieg (Hydrotaea aenescens) is een metaalglanzende, zwarte vlieg met een lengte van ongeveer 5mm en legt haar eitjes (150-250 stuks) op dezelfde plek als de plaagvlieg. De maden van de roofvlieg doden de maden van de plaagvlieg; meer dan dat ze zelfs kunnen opeten. Vervolgens verpoppen de maden en komen er weer volwassen roofvliegen. De cyclus is rond.

De roofvliegen zijn niet tot last voor mens en vee, gezien ze zich vooral in het donker, onder de roosters bevinden.

Toepassing:

  • Inzet bij voorkeur direct na ontvangst
  • Druk het doordrukvenster uit
  • Hang de verpakking op:
  • in de buurt van probleemgebieden
  • gelijkmatig over de stal verdeeld
  • buiten bereik van dieren
  • niet op de tocht
  • na ongeveer 4 weken kunnen verpakkingen verwijderd worden;
  • Let op: niet gebruiken i.c.m. maden dodende middelen en andere (chemische) bestrijdingsmiddelen.

De a.s roofvliegen komen na ongeveer 3-7 dagen uit de verpakking en zullen zich snel verplaatsen naar de plek waar ze zich willen voortplanten: onder de roosters, in de buurt van vloeibare mest.

Inhoud:

10.000 Hydrotaea aenescens; voldoende voor ±100m2 drijfmest

Inzetschema*:

Fase 1: Opstart: 3 leveringen: week 1, 3, 7

Fase 2: Tussenfase: 1 levering: week 11

Fase 3: Onderhoud: elke 6-13 weken

*Het is belangrijk om de populatie roofvliegen op tijd op een acceptabel niveau te hebben én te houden. Bespreek het inzetschema met uw leverancier en houdt u aan het geadviseerde schema voor een optimaal resultaat. Aan dit inzetschema kunnen geen rechten worden ontleend.

Opslag:

  • Maximaal 2 dagen
  • Temperatuur: 4-8oC
  • In donkere ruimte

Aanvullende maatregelen:

  • Verwijder voer- en mestresten minimaal 1x per week
  • Verwijder mogelijke broedplaatsen voor stalvliegen
  • Voorkom ophoping van mest op de roosters
  • Bij legen van de kelder: bij voorkeur een laag van 10cm mest in de kelder laten staan
  • Bij eventueel aanwezige droge mest of stromest wordt aanvullende inzet van sluipwespen geadviseerd

Levering

  • Vooraf besproken en vastgelegde, periodieke leveringen rechtstreeks vanaf de producent naar de veehouder.
  • Veehouder ontvangt track & trace code van de vervoerder en moet voor ontvangst tekenen.
  • Vaste afleverdagen: woensdag of donderdag.
  • Wijziging in levering? Uitsluitend schriftelijk minimaal 14 dagen voorafgaand aan verwachte levering

Voor het uitzetten van Hydrotaea aenescens is een ontheffing verleend van de Wet  natuurbescherming onder referentienummer 9990100714135